In het kader van ‘gezond leven’ probeer ik (weer) wat meer te wandelen. Vroeger kon ik er nog wel een zus voor strikken, maar aangezien we ook weer niet heel dicht bij elkaar in de buurt wonen (lees: ieder in een andere woonplaats), werkt dat helaas niet optimaal.
Nu gaat
Olivia veel meer fietsen, en kan ik er uiteraard voor kiezen om zelf met
Vincent achterop mee te fietsen (op mijn eigen fiets dus. Mocht dat niet
duidelijk zijn). Alleen in de praktijk werkt dat niet helemaal. Ik word
tureluurs van het tempo, en dochterlief wordt gek van mijn aanwijzingen en
vragen of het ietsje sneller mag (en dat vraag ik alleen maar als ik dreig om
te vallen).
Bovendien
denk ik dat ik er persoonlijk meer aan heb als ik ga wandelen, dan als ik in
slakkentempo ergens probeer te komen. Wandelen dus.
Met Vincent
in de buggy (ik heb ook een draagzak, maar dat vind ik voor een langer eind te
zwaar worden. Bovendien kan ik allemaal spullen en tassen aan de handvatten van
de buggy hangen) en Olivia op haar piepkleine fietsje. Geniaal. Iedereen kijkt
vertederd naar het prachtige plaatje dat ze blijkbaar vormen en ik lach en
zwaai (figuurlijk. In de praktijk lach ik enigszins ongemakkelijk en zeg ik “hoi”).
En ik geef toe, dit is inderdaad errug schattig:
Naar de
winkelstraat is een perfecte afstand: ruim een half uur. En ik moest mijn
gehandletterde verhuiskaarten ophalen, dus dat was een prima plan. Volgende
keer gaan we naar de kinderboerderij, en voor je het weet is de vakantie weer
voorbij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten